All Categories
Featured
Table of Contents
De volksverzekering die tot stand was gekomen, de AWBZ, voor de buitengewone ziektekosten – kosten die individueel niet op te brengen waren –, werd als het ware vertaald in instellingen: voor psychiatrische patiënten, voor verstandelijk gehandicapten. Het ging om mensen die gedurende lange tijd of levenslang op zorg door anderen waren – aangewezen.
Ze waren bedoeld voor mensen met een klein inkomen, en werden verwelkomd als een comfortabel – comfortabel vergeleken met de behuizing thuis – verblijf voor een welverdiende oudedag, na een arbeidzaam leven. Geleidelijk aan zijn ze omgevormd tot verzorgingshuizen voor ouderen die niet meer in staat zijn alleen thuis te wonen.
De zorg, cure en care, is in de naoorlogse periode sterk verbeterd, wat leidde tot de medische paradox: een goede zorg leidt tot steeds duurdere zorg – hoe beter de zorg, des te langer blijven mensen die afhankelijk zijn van die zorg, leven. Centraal staat bij het overheidsbeleid in de gezondheidszorg nog steeds: hoe komen we tot een zo juist mogelijke verdeling van beperkte middelen? Eind jaren tachtig werd als tegenwicht voor het als te knellend ervaren stelsel van overheidsmaatregelen meer verantwoordelijkheid voor partijen in de zorg geïntroduceerd, meer keuzemogelijkheden voor de klant respectievelijk patiënt. thuiszorg na operatie. Thuisverpleging Gentbrugge.
Een resultaat hiervan was de zogeheten trechter van Dunning: zorg die in aanmerking zou kunnen komen voor een «verplicht pakket» van verzekerde zorg, moet noodzakelijk, werkzaam en doelmatig zijn - thuiszorg na operatie. Ook moet bekeken worden of de zorg soms voor eigen rekening kan. In het regeerakkoord van 1994 is bepaald dat wat betreft de systematiek van ziekenfonds en particuliere verzekeringen in deze regeerperiode geen veranderingen zullen optreden.
Zolang er nog geen helder beeld is van hoe het nu verder zal gaan met het verzekeringsstelsel (en dus met het financieringsstelsel van de zorg), kunnen er voor de thuiszorg alleen oplossingen gevonden worden binnen het huidige kader. Dat wil zeggen dat principiële beslissingen over zaken als marktwerking e. d - thuiszorg na operatie.
Kruiswerk, dat was de wijkverpleegster, het consultatiebureau - thuiszorg na operatie. Men was lid van een kruisvereniging in de gemeente waar men woonde, of werd dat zodra men een beroep op hulp moest doen. In 1980 werd het «basispakket Kruiswerk» ondergebracht als wettelijke verstrekking in de AWBZ. Gezinsverzorging, dat betekende huishoudelijke hulp, of eenvoudige lichamelijke verzorging.
Geleidelijk aan zijn deze zorgvormen, wat betreft de inhoud van de zorg, naar elkaar toe gegroeid, ook al door het ontstaan van nieuwe beroepen als ziekenverzorgster. Op dat punt bestond een flinke overlap tussen kruiswerk en gezinsverzorging: de wijkziekenverzorgster van het kruiswerk verricht, overigens tegen een aanzienlijk hoger loon, vrijwel dezelfde taken als de gezinsverzorgende D/E van de gezinsverzorging.
Beter voor de cliënt, die immers vaak niet alleen een wijkverpleegkundige nodig heeft, maar ook zelf niet of maar gedeeltelijk in staat is om het huishouden te doen, en daarvoor ook geen of onvoldoende beroep kan doen op naasten (thuiszorg na operatie). Hoeveel geld gaat er om in de thuiszorg? Van de 60 miljard gulden die in 1995 aan gezondheidszorg werd besteed, ging circa 2,1 miljard naar gezinsverzorging, en één miljard naar het kruiswerk.
Gezinsverzorging wordt, met uitzondering van Griekenland, gesubsidieerd door de overheid. Alleen in Denemarken bestaan geen eigen bijdragen voor gezinsverzorging. In tegenstelling tot de wijkverpleging hoort gezinsverzorging in de meeste landen niet tot de gezondheidszorg. Ze wordt grotendeels uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Het accent komt steeds meer te liggen op de zorg voor ouderen.
De organisatie van de thuiszorg wordt in vele landen ingrijpend veranderd (thuiszorg na operatie). Het onderzoek waarop bovenstaande samenvattingen zijn gebaseerd, is te vinden in «Home Care in Europe» (Hutten 1996). Op grond hiervan onderstaand een korte omschrijving van recente ontwikkelingen en problemen in een aantal Europese landen: Geen wachtlijsten voor thuisverpleging, o.
wegens het grote aanbod aan particuliere verpleegsters. In het verleden hadden de kruisorganisaties tekorten, dit is nu opgeheven, in de nabije toekomst wordt zelfs een overschot verwacht. Tien procent van de nieuwe klanten voor gezinsverzorging komen op een wachtlijst (wachttijd 1–6 maanden). Oorzaken: personeelstekorten en een toenemende vraag. Een oplossing: poetshulp door langdurige werklozen.
Ook werd het aantal uren zorg per cliënt gereduceerd. Overlapping tussen de thuisverpleging en gezinsverzorging wat betreft adl-taken kan leiden tot conflicten. Samenwerking tussen thuisverpleging en overige medische zorg lijkt toereikend. De gezinsverzorging wordt vergoed door de rijksoverheid, maar niet op basis van de reële kosten. Men is afhankelijk van subsidies en eigen bijdragen van cliënten.
Oudere mensen die zijn opgenomen in het ziekenhuis, proberen daar langer te blijven, ook al omdat voor ziekenhuisopname niet betaald hoeft te worden, in tegenstelling tot thuiszorg. Thuisverpleging wordt pas in een laat stadium geboden door «Sozial-stationen». Hulp ’s nachts en in het weekend is moeilijk verkrijgbaar. Een studie naar de toestand in Berlijn leverde het volgende op: de informatie over de cliënt komt meestal pas van degene die de eerste daadwerkelijke hulp verleent; patiënten worden door ziekenhuizen vaak vlak voor het weekend ontslagen; samenwerking met huisartsen is slecht; toewijzing van zorg is willekeurig en bureaucratisch; personeel is slecht opgeleid.
De medische adviseurs verzekeraars bepalen de indicatie. De verzekering wordt voor 50 procent door werkgevers betaald, hiertegenover staat dat men één nationale feestdag laat vervallen, zo nodig worden dat er twee. Problemen die worden verwacht zijn dat de maximale bedragen te laag zijn om de werkelijke kosten te dekken, voorts dat de medische adviseurs (experts op het gebied van cure) niet voldoende zijn toegerust om «care» te indiceren. thuiszorg na operatie.
Hun aandeel in het praktisch werk neemt af. Er zijn geen tekorten aan verpleegkundigen. De zorg voor ouderen («public welfare systems») gaat thans door een periode van onzekerheid danwel crisis. Grote lokale verschillen in aanbod komen voor - thuiszorg na operatie. Mensen krijgen vaak niet de zorg die ze nodig hebben. De gemeentelijke overheden kunnen de veranderingen soms niet de baas.
Samenwerking tussen de diverse betrokken organisaties, vooral tussen de sociale diensten en de gezondheidszorg is slecht. Het aanbod aan thuiszorg is ontoereikend. Mensen komen daardoor uiteindelijk in een intramurale instelling terecht (thuiszorg na operatie). Samenwerking tussen professionele thuiszorg en mantelzorg is slecht: waar de een komt, houdt de ander ermee op. Wachtlijsten zijn nauwelijks beschikbaar.
Anders wordt zorg geweigerd. Bedoeling is dat meer marktwerking wordt geïntroduceerd. Daarvoor is een duidelijk onderscheid nodig tussen zorginkopers en zorgaanbieders. Zorginkopers moeten beschikken over geld. Gemeentelijke overheden kunnen optreden als zorginkopers, maar wellicht moeten er ook individuele zorginkopers zijn om het marktstelsel te kunnen handhaven (thuiszorg na operatie). Toekennen van een zorgbudget aan individuen is een tweede mogelijkheid.
Er zijn geen statistieken over wachtlijsten in de thuisverpleging. De hulp die per organisatie geboden wordt varieert sterk, in sommige streken bestaan geen organisaties voor thuisverpleging. Een aanbeveling is om meer samen te werken met particuliere verpleegsters. Tweederde van het aanbod aan thuisverpleging is in Parijs en omstreken gelocaliseerd. Samenwerking met huisartsen kan te wensen overlaten, evenals die met ziekenhuizen.
Samenwerking met gezinsverzorging is goed. Voor de gezinsverzorging worden ook geen wachtlijsten bijgehouden. Samenwerking met huisartsen laat te wensen over. Er is een ongeremde groei van de «allocation compensatrice» die door het «département» betaald wordt, maar door de rijksoverheid gecontroleerd - Thuisverpleging Melle. Onderzoek wijst uit dat slechts 35 procent van degenen die gezinsverzorging nodig hebben deze ook ontvangen, en dat van degenen die gezinsverzorging ontvangen, 60 procent dat niet nodig heeft.
Latest Posts
Abcarian Stoma
Ademhalings Kinesist
Ouderen Thuishulp De Lier